Grote kans dat je Paulien en haar hond Noot wel eens voorbij ziet flitsen in Arnhem-Noord. De twee lopen samen zo’n drie keer per week hard en vooral Noot is een opvallende verschijning. Als kruising tussen een stabij en Australische herder heeft hij een uniek uiterlijk en verovert ‘ie een hoop harten van voorbijgangers. Een zwaai of een lach in hun richting is dan ook geen uitzondering tijdens een rondje hardlopen. Dat is ook niet zo gek, volgens Paulien. ‘Ondanks dat ik de puppytijd van Noot heel pittig vond, was het echt liefde op het eerste gezicht.’

Terug naar de rust

Ik ontmoet Paulien op haar lievelingsplek in de wijk: park Sacré Coeur, dat grenst aan verzorgingstehuis Regina Pacis. De plek kent een roerige geschiedenis en heeft in de afgelopen 150 jaar de nodige bestemmingen gehad. Van planten- en vogeltuin tot sanatorium en van meisjespensionaat tot opleidingsschool voor de rijkspolitie. Ondanks al die wisselingen zijn veel oude bomen én de slingerende paden rondom de vijver behouden gebleven. En dat is te zien. Het park is ‘een oase van rust’ volgens Paulien. Ze komt er dan ook graag om even te ontsnappen aan de drukte van de stad. ‘Een groot gedeelte van mijn jeugd bracht ik door in Lathum’, vertelt ze. ‘Dat was echt wonen op het platteland. Inmiddels woon ik al sinds mijn 17e in de stad (Groningen, Tilburg, Amsterdam en Arnhem red.) en vind ik dat ook heerlijk. Maar af en toe even terug naar de rust, vind ik wel erg fijn. Vooral in de vroege ochtendzon. Of dat nu in dit park of weer terug in Lathum is.’

Dol op dieren

Rust en een groene omgeving is niet het enige dat Paulien van huis uit heeft meegekregen. Ook ‘water, wind, poeplucht, muggen én dieren’, geven naar eigen zeggen een goede omschrijving van het leven in Lathum. Vooral dieren hebben een bijzondere plek in haar hart. ‘Ik ben dol op dieren. Vroeger hadden wij geiten, kippen, poezen, honden. Het liefst zou ik alle dieren in nood – trouwens, ook als ze niet in nood zitten – een fijn thuis geven. Het is echt een droom om meer ruimte te hebben. Vrij wonen, maar dan wel in de stad. Zoals de twee boerderijen in park Klarenbeek. Als dat ooit toch eens lukt…’

Net als Paulien en Noot weten veel honden en hun baasjes park Sacré Coeur te vinden. Zo kwamen de twee een tijdje geleden Joep en zijn baasje tegen, een vrouw op leeftijd. ‘Ik zag dat ze Joep vast wil maken aan de riem, maar door haar leeftijd lukte dat niet goed meer. Nadat ik haar had geholpen, vertelde ze dat ze sinds kort in het verzorgingstehuis woont waar het eigenlijk te klein is voor haar én Joep. Omdat ze zelf niet goed meer kon lopen en Joep heel enthousiast was, stelde ik voor om even mee te lopen naar huis. Soms kom ik haar weer tegen in het park en dan maken we even een praatje. Verbonden door onze honden.’

Sinds twee jaar woont Paulien met haar vriend Sander – en Noot natuurlijk – aan de Plattenburgerweg. Een straat waar ze zich gelijk thuis voelde. ‘Waarschijnlijk vanwege de mooie jaren ’30 woningen en de klinkerstraat. Iedereen is ontzettend vriendelijk, er is veel sociale controle, mensen begroeten elkaar, er staan mooie bomen in de wijk en het wordt steeds groener. En niet alleen in het park, overal zorgt een hond voor verbinding. Dat merk ik aan de buren in de wijk, maar ook in andere delen van Arnhem. Noot is geboren in Klarendal en veel van zijn broertjes en zusjes wonen nog in de buurt. Hoe leuk is het dat we nu ook regelmatig zijn familie tegenkomen.’

Verbinding en een steentje bijdragen

Ik leg Paulien uit dat ze een stelling, motto of vraag mag meegeven voor het gesprek met de volgende buurtbewoner. Aangezien zij de eerste in de reeks van BuurtBank is, krijgt ze er één van MOES: een ontmoetplek in de wijk, maakt verbinding makkelijker. ‘Daar ben ik het helemaal mee eens. Net als dat een hond verbindt, verbindt een ontmoetplek ook direct. Je kunt er terecht voor een gezamenlijke hobby en je maakt sneller een praatje met een buurtbewoner.’ Op de vraag wat ze leuk vindt aan MOES, hoeft Paulien niet lang na te denken. ‘Dat honden welkomen zijn, natuurlijk. En dat het kleurrijk is en je lekker kunt lunchen. Het verkleint de kloof tussen mensen. Ik kan me soms erg druk maken over de verdeeldheid binnen onze samenleving. Door betrokken te zijn, spreek je eens andere mensen en hoor je nieuwe verhalen. Je hoeft niet direct iedere week vrijwilligerswerk te doen [dat mag natuurlijk wel bij MOES, red.], maar vraag gewoon eens aan je buurman hoe het gaat. Ik vind dat we daar allemaal verantwoordelijk voor zijn en ons steentje moeten bijdragen.’

Bij MOES luisteren we graag naar buurtbewoners. Hoe zouden we het nog leuker kunnen maken, denk jij? ‘Een avond- en vaste weekendopenstelling! Ik houd ontzettend van borrelen, maar doe dat het liefst op donderdag- of vrijdag in de avondzon. Vanzelfsprekend vind ik daarom de initiatieven voor de wijnproeverij en pubquiz ook erg leuk. Misschien is het leuk om eens per maand een lezing te organiseren voor dertigers, met aansluitende borrel natuurlijk. Zoals de lezingen in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Er zijn veel thema’s in het leven van een dertiger die zich goed lenen voor dit soort avonden. De lezingen kunnen over van alles gaan, zowel maatschappelijke onderwerpen als persoonlijke ontwikkeling.’

En dan is nu de beurt aan jou, Paulien. Naar wiens lievelingsplek ben jij benieuwd? En wat wil je diegene meegeven? ‘Ik geef graag het woord aan mijn buurvrouw Carmen. En de stelling die ik haar wil meegeven is: het is belangrijk dat iedereen in een wijk bijdraagt aan verbondenheid.’